Nering en Negotie

Nieuwesluis

Het is moeilijk om in de Nieuwesluis een spoor terug te vinden van hoe het geweest is. Veel is er geweest, veel is er verdwenen. Van de zozeer geroemde sfeer en het karakter is bijna niets meer te merken. Naar het “andere” Zwartsluis verhuizen deed men bijna niet, ondanks de vaak slechte toestand van de huizen. De Nieuwesluis had iets wat niet onder woorden te brengen valt. In het eertijds uitgebrachte “Sluziger ABC” staat onder de letter N: de Nieuwesluis, om zijn oudheid beroemd. De oude vesting Swartesluys kreeg door de almaar drukker wordende scheepvaart door het Meppelerdiep ooit een uitbreiding oostwaarts en zo ontstond er ter onderscheiding van het oude gedeelte de naam “Nieuwesluis”. Dit gebied ten oosten van het Meppelerdiep viel onder het Schoutambt van Hasselt. In de kerk in de Schans hadden de bewoners van de Nieuwesluis niets te vertellen.

Tot aan het eind van de 19e eeuw gingen de schepen van en naar Drenthe voornamelijk door de Staphorstersluis. In 1870 werd onder het bewind van Koning Willem III begonnen met de aanleg van de Grote Kolksluis. Toen die eenmaal gereed was ging men al gauw gebruik maken van de nieuwe route en met de nering in de Nieuwesluis ging het langzaam bergafwaarts.

Het was een doorgaande straat met een sobere verharde weg naar Meppel en later ook naar Staphorst. Door de bouw van een keersluisbrug, einde jaren 1950, tussen Meppelerdiep en Zwartewater werd de Nieuwesluis een schiereiland. Het eerste gedeelte, tot de bebouwing aan weerszijden, heette Meppelerdiepkade, het achterste stuk Nieuwesluis werd Sluisstraat genoemd. Het eind werd ook wel de “Achterhoek” genoemd. De handel werd vaak gedreven in één van de vele cafés die er waren.

De uitbaters hadden veelal ook nog andere bezigheden, zoals commissionair in turf, bakker slager, blokkenmaker of sluiswachter. Nostalgisch wordt vaak teruggedacht aan de vele soms zeer kleine winkeltjes. Nu zeggen we: “Hoe was het mogelijk dat er nog wat te verdienen viel!”. Maar het was ook een ondersteuning of een wanhoopspoging van “kleine” mensen in de strijd om het bestaan. Al gauw ging men koffie, thee of tabak verkopen. Soms werd een pakje tabak met een scherp broodmes nog middendoor gesneden, omdat voor een heel pakje geen geld was. De bakkers en slagers hadden natuurlijk ook hun klanten in de rest van Zwartsluis, want ze waren flexibel genoeg om hun waren uit te venten. Maar evenzo kwamen de bakkers en slagers uit de rest van Zwartsluis naar de Nieuwesluis met hun waren. En dan spreken we nog niet eens over de vele schalleraars die uit de omgeving kwamen om toch maar een paar stuivers te verdienen. In deze zgn. Achterhoek was een voetveer over het Meppelerdiep. De exploitant had een bordje aan een muur op de wal met daarop de tekst: - Ik woon hier aan de weg. - Wat zou ik beter wensen. - De zegen komt van God. - De gunst van goede mensen. - Hier zet men over.

Bijna aan het eind van de Nieuwesluis was de vrij grote scheepswerf van K. Appelo gevestigd, die naast reparatie ook nieuwe schepen bouwde. Op deze werf is ook rond 1918 de “Oosterschelde” gebouwd. In de tachtiger jaren werd dit schip, na een roerige en avontuurlijke periode met steun van velen gerestaureerd en het is nu een sieraad voor de Nederlandse zeilvloot. De “Oosterschelde” vertrok midden 1996 voor een charterreis rond de wereld. Door twee tragische ongelukken kwam er een eind aan deze werf.

In de zestiger jaren is er een grote sanering op gang gekomen die weinig heeft overgelaten van de oorspronkelijke Nieuwesluis. Tientallen huisjes werden gesloopt en er werd een nieuwe woonwijk gebouwd. Deze sanering, die met subsidie van het Rijk verwezenlijkt kon worden, gaf ruimte voor meer dan 200 woningen. Deze woonwijk werd kortgeleden weer gerenoveerd en ziet er nu na voltooiing modern en fris uit.

Het is niet mogelijk om overal een huisnummer of mogelijke aanduiding van situering te geven. Wij volstaan dan met het noemen van het soort winkel en de naam van de eigenaar.

<< Bekijk uw buurt Download de lijst