Nering en Negotie

Zomerdijk

De Zomerdijk was vroeger een verhaal apart. Het was een smalle, landelijke, met grind verharde weg. Aan beide kanten van de weg stonden veelal grote eikenbomen die het idee gaven van een allee. Aan de linkerkant was op een aantal plaatsen een fraai uitzicht over de weilanden en de trekgaten. De Veldweg en de oude Dikkersstraat, evenals de zgn. huizen van Appelo, zijn aan het begin van de 20e eeuw gebouwd zodat daarvoor ook op die plaatsen het uitzicht over de landerijen vrij was. Het was vooral op zondag een geliefd wandelgebied voor de Sluzigers. Men ging dan wandelen tot de laatste boerderij, of tot de 1e of 2de rollepaal of zelfs naar Beukersschut, in die dagen een klein gehucht met enkele boerderijen. Na de laatste boerderij begon het jaagpad, een klein smal weggetje langs de boorden van het drukbevaren Meppelerdiep. Dit jaagpad werd gebruikt door de scheepsjagers die met hun paarden de schepen bij ongunstige wind door het Meppelerdiep trokken. De Sluziger scheepsjagers woonden aan de Zomerdijk en konden op deze manier hun bescheiden inkomen wat aanvullen. De genoemde ‘rollenpalen’ waren nodig om in de bochten van de rivieren en kanalen de lijn strak te houden.

Op de Zomerdijk woonden in het begin 20e eeuw nog maar weinig mensen. Door de bouw van de al genoemde straten veranderde dat wel iets. In dit stukje Zwartsluis waren weinig winkels; bakkers en slagers blijken er op de Zomerdijk niet geweest te zijn. De aanwezige kalkovens, de scheepswerven en de koffiestroopfabriek zorgden echter wel voor veel werkgelegenheid. Verder aan het begin van de Zomerdijk het winkeltje en het volkslogement van Pluim. Dit was tevens een gelegenheid waar men zijn paard en wagen kwijt kon, b.v. als men vanuit De Velde of Baarlo zondags ter kerke ging in Zwartsluis. Dit logement had als uithangbord deze spreuk: “Wie iets te zeggen heeft van ’t meyne, ga eerst naar huis, bezie het zijne, vindt hij aan ’t zijne geen gebreken, dan mag hij vrij van ’t meyne spreken”. Tussen de boerderij van V.d. Wetering en de werf van Van Goor en Spiekman stond wat men noemde “’t Grote Uus”. Dit waren 8 één-kamerwoningen, 4 naar de Zomerdijk gekeerd, en 4 naar de Meppelerdiepzijde en dit alles onder één dak. Zij waren bewoond door grote gezinnen met grote zorgen. Hierachter was een terrein omgeven door grote bomen, waar ’s zaterdagsmiddags vaak het Leger Des Heils met woord en lied getuigde van het betere land.

De eeuwen door zijn er een ontelbaar aantal mensen over de Zomerdijk gegaan, van en naar Drenthe, soms op doorreis naar verre oorden. Evenzo vele schepen geladen of ongeladen door het Meppelerdiep. Een boeiend stukje Zwartsluis.

<< Bekijk uw buurt Download de lijst