Zwartsluis door de eeuwen heen
Strategisch gelegen (2/8)
De natuurlijke omgeving is bepalend geweest voor de ontwikkeling van onze, strategisch gelegen, plaats. Een schans werd De Schans, de bolwerken weken voor andere bouwwerken. Een gemeente ontstond.
In het begin van de zestiende eeuw voerde Karel van Egmond, hertog van Gelre, ook in Overijssel strijd met de Bourgondische hertogen, die hun macht in de Nederlanden probeerden te vergroten. In 1527 trok Karel naar Zwartsluis en bouwde er een versterking in de vorm van een zogeheten blokhuis, dat hij door zijn krijgsvolk liet bezetten. De inwoners van alle buurschappen werden verplicht te helpen bij de aanleg van een bolwerk. Ze deden het niet, maar wel kreeg Zwartsluis de status van een schans. Omdat de landsheer, de bisschop van Utrecht, die aan de Bourgondische kant stond, weinig hulp kon bieden tegen de Gelderse invallen, werd in het gewest steun gezocht bij Karel V, landsheer van o.a. Overijssel. Zijn soldaten maakten in 1528 korte metten met de Gelderse bezetters en daarna was het voorlopig weer rustig.
Zwartsluis was echter belangrijk genoeg om in 1580 te worden bezet door Staatse troepen, die er in hun strijd tegen de Spanjaarden een belangrijk steunpunt in zagen. De gunstige ligging aan het water en de belangrijke landweg naar het noorden gaven daartoe alle reden. In de jaren daarna was Zwartsluis het toneel van strijd, plundering en verwoesting en werd vervolgens weer verder versterkt. Zo werd in 1624 aan de zijde van het Meppelerdiep (nu Handelskade) een aarden wal gelegd. Omstreeks 1642 werd aan de kant van het Zwarte Water (nu Stationsweg) een stenen muur gebouwd. Zwartsluis werd toen ook wel een ‘fortresse’ genoemd en dat gaf de militaire positie uitstekend weer. Op een oude kaart (Blaeu, 1649) zijn vijf bolwerken en drie poorten te zien.
Achterstallig onderhoud aan de verdedigingswerken na de Tachtigjarige Oorlog, kwam de bisschop van Münster (Bommen Berend), die in 1672 de Republiek der Vereenigde Nederlanden binnenviel, zeer te stade. Ook Zwartsluis capituleerde en werd bezet. Vanwege het grote strategisch belang poogden Staatse troepen verschillende keren om de plaats te heroveren, maar hun inspanningen waren tevergeefs. Pas nadat de vrede in 1674 was getekend vertrokken de bezetters. In het begin van de achttiende eeuw werd de militaire functie, mede door verval van de verdedigingswerken, opgeheven.
<< Hoe het begon (1/8) Economie: turf en transito; scheepvaart/werven (3/8) >>