Zwartsluis door de eeuwen heen

Economie: turf en transito; scheepvaart/werven (3/8)

De ligging van Zwartsluis bracht met zich mee dat de kernvorming en de economische activiteiten vrijwel geheel waren verbonden met turf en transito. De turf in het Land van Vollenhove werd onder andere uitgevoerd via Zwartsluis, door de reeds genoemde Arembergergracht. Omstreeks 1600 kwamen daar de Drentse hoogveengebieden, rond Hoogeveen en Smilde, bij.

In Zwartsluis werd de turf overgeslagen op grotere schepen die de Zuiderzee of IJssel opvoeren. De transito deed het belang van Zwartsluis sterk toenemen en daarmee ook de beroepen die met deze activiteiten verband hielden. Er ontstonden scheepswerven, zeilmakerijen en masten- en blokmakerijen. Daarbij deden schippers er hun inkopen of brachten een bezoek aan een kroegje. Ook ontstond er een turfmarkt, waar turfmakelaars de prijs bepaalden. Sjouwerslieden en turfvulsters vonden hier emplooi.

Wel had de ontginning van de Drentse venen tot gevolg dat de sponswerking verdween, waardoor veel sneller water afgevoerd moest worden door het Meppeler Diep, voorheen Sethe geheten. Dat zorgde aan het eind van de rivier nog wel eens voor hoogwaterproblemen. Zwartsluis eiste van Drentse kant een financiƫle bijdrage voor de verbetering van de afwatering. Dat ging niet van harte, maar ook Zwartsluis speelde het spel met grote volharding. Volgens het kadaster van 1832 waren er in dat jaar acht scheepswerven, aan het Klein Lageland, de Nieuwe Sluis en de Zomerdijk, waaronder een paar kleine.

Ook na de economische omslag in 1880 bleef de met scheepvaart verbonden industrie in Zwartsluis de grootste bedrijfstak. In 1890 werd voor het eerst melding gemaakt van de bouw van ijzeren schepen. In de jaren 1880-1930 werden er 550 schepen gebouwd. Na 1930 kwam er een algemene inzinking in de scheepvaart, met als gevolg, dat er nauwelijks nog nieuwe schepen werden gebouwd.

Een bijzondere tak van nijverheid was de kalkbranderij. De oudst bekende dateert van 1538. In 1851 waren er 26. De ligging voor deze bedrijfstak was ideaal. Er was turf om de kalk te branden, er waren schepen voor de aan- en afvoer en water om de kalk te blussen. Tot ongeveer 1850 leverden de kalkovens een voorname tak van handel.

<< Strategisch gelegen (2/8) Verlopende getij (4/8) >>